DEN HELDER - De rechtbank Noord-Holland heeft een 28-jarige man ontslagen van alle rechtsvervolging na een steekincident in Den Helder op 30 april dit jaar. Bij dat steekincident raakte het slachtoffer ernstig gewond. Volgens de rechtbank was hier sprake van een uitzonderlijke situatie. De verdachte en zijn hoogzwangere vriendin werden door het slachtoffer geslagen. De man verdedigde zich, maar mede door zijn posttraumatische stressstoornis (PTSS) overschreed hij de grenzen van noodzakelijke zelfverdediging.

Incident
De 28-jarige man had eerder al negatieve ervaringen met het slachtoffer gehad. Op de bewuste dag liepen de man en zijn vriendin langs een woning waar het slachtoffer verbleef. Het slachtoffer is toen achter de verdachte en zijn vriendin aangelopen. Het slachtoffer wilde verhaal halen en riep dat de man hem nog geld moest betalen. De man en zijn vriendin liepen door, maar het slachtoffer bleef hen achtervolgen. Volgens de verdachte heeft het slachtoffer hem tweemaal van achteren op het hoofd geslagen. De derde klap trof zijn hoogzwangere vriendin. Direct daarna heeft de verdachte het mes uit zijn werkbroek gepakt en het slachtoffer viermaal gestoken. Het slachtoffer raakte ernstig gewond en moest met spoed naar het ziekenhuis worden vervoerd en daar direct worden geopereerd aan vier potentieel fatale letsels in buik, borst en flank. De man verklaarde dat hij pas na zijn aanhouding, kort na het incident, in de politieauto besefte wat er was gebeurd. Hij zei dat hij tijdens het incident werd bevangen door hevige emoties.

De man was al langere tijd bang voor het slachtoffer. In 2016 beschuldigde het slachtoffer de man van het besmeuren van diens auto met verf. Hij werd daarna al eens achtervolgd door een groep personen met honkbalknuppels en messen. Het slachtoffer maakte volgens de verdachte deel uit van die groep. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat de man een PTSS-stoornis heeft. Deze is mede ontwikkeld door de ervaringen met het slachtoffer in het verleden. Mogelijk ook door andere incidenten zoals brandstichting en vernieling aan de woning van de man en zijn vriendin. Daarvan laat de rechtbank in haar vonnis in het midden of het slachtoffer hier achter zit.

Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat hier sprake is van een uitzonderlijke situatie. De man en zijn vriendin werden geslagen met hand of vuist en de man verdedigde zich met een mes door vier keer in vitale delen van het lichaam van het slachtoffer te steken. Dat is disproportioneel, oordeelt de rechtbank. Door een mes te hanteren, is de man buiten de grenzen van een noodzakelijke verdediging getreden. Een beroep op noodweer slaagt daarom niet.

Wel oordeelt de rechtbank dat van noodweerexces sprake is geweest. Toen vluchten niet meer mogelijk bleek, heeft de man een levensbedreigende situatie ervaren waarbij hij werd beheerst door angst. De PTSS heeft het denken van de man zo vertroebeld dat hij heviger reageerde dan noodzakelijk. Door de overweldigende emoties was hij niet meer in staat om passend te reageren op de aanval van het slachtoffer. Volgens de rechtbank zou onder deze omstandigheden een veroordeling van de man geen redelijke uitkomst zijn van deze strafzaak. De man wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.