De laatste jaren hoor je het steeds vaker: mensen die overstappen op infrarood verwarming. Geen buizen meer, geen lucht die door het hele huis moet circuleren. Gewoon directe warmte, recht uit een slank paneel aan het plafond of aan de muur. Maar er blijft één vraag vaak hangen: hoe zit het eigenlijk met het stroomverbruik?
Dat het systeem stil is, snel warm wordt en nauwelijks onderhoud nodig heeft, weten de meeste mensen wel. Maar wat het precies doet met je energierekening, dat is iets waar veel mensen graag duidelijkheid over willen.
Wat verbruikt zo'n paneel eigenlijk?
Het klinkt misschien technisch, maar het valt mee. De meeste panelen die je in huis tegenkomt, zitten ergens tussen de 300 en 800 watt. Stel je gebruikt een paneel van 600 watt een uur lang, dan ben je dus 0,6 kilowattuur kwijt. Reken je dat door met de stroomprijs, dan weet je wat het kost. Maar daar houdt het verhaal niet op.
Wat infraroodpanelen bijzonder maakt, is dat je ze meestal niet de hele dag aan laat staan. Ze geven namelijk warmte af die je direct voelt. Dus je zet het paneel aan, voelt de warmte vrijwel meteen, en zodra je wegloopt, kan het ook weer uit. Daardoor gebruiken mensen ze vaak veel gerichter dan bijvoorbeeld een traditionele verwarming.
Gericht verwarmen scheelt echt
Het fijne van infraroodpanelen is dat ze alleen warm hoeven te zijn als jij er bent. Stel je voor: je werkt thuis aan de keukentafel, en boven je hangt een paneel. Je voelt de straling op je rug of schouders en hebt het comfortabel, zonder dat de hele kamer op temperatuur hoeft. En als je klaar bent met werken? Dan gaat het paneel uit.
Dit soort gebruik zorgt ervoor dat het stroomverbruik vaak lager uitvalt dan je vooraf zou denken. Zeker als je in de ochtend even snel de badkamer opwarmt, of ’s avonds alleen je zithoek comfortabel wilt houden, is het verbruik verrassend bescheiden.
Slimme functies maken het nog zuiniger
Veel moderne infraroodpanelen zijn uitgerust met slimme technieken. Denk aan thermostaten, bewegingssensoren of timers. Zo hoef je er niet telkens aan te denken om iets aan of uit te zetten. Sommige modellen schakelen zichzelf zelfs automatisch uit als er een tijdje niemand in de ruimte is geweest.
En ook niet onbelangrijk: de plaatsing van het paneel maakt verschil. Hang je het boven een plek waar je vaak zit of staat, dan benut je de stralingswarmte optimaal. Dat betekent minder stroomverbruik, meer comfort. Een beetje strategisch nadenken loont dus.
En hoe zit het met je woning?
Hoeveel stroom je uiteindelijk verbruikt, hangt ook af van hoe goed je woning geïsoleerd is. In een ruimte waar kou via kieren naar binnen komt of warmte snel verdwijnt via de ramen, moet het paneel harder werken. Dat geldt trouwens voor élk type verwarming.
In een goed geïsoleerde ruimte daarentegen kan één paneel al snel voldoende zijn. Zeker als je het combineert met bijvoorbeeld vloer- of wandisolatie en misschien zelfs een warm kleed op de vloer. Kleine ingrepen maken samen een groot verschil.
Duurzaam combineren met zonnepanelen
Wat het stroomverbruik van infraroodpanelen nóg interessanter maakt, is als je zelf stroom opwekt. Heb je zonnepanelen? Dan kun je een deel van de dag je panelen gratis laten draaien op eigen energie. In die situaties worden infraroodpanelen niet alleen comfortabel, maar ook voordelig én duurzaam.
Zelfs zonder panelen kan het gunstig uitpakken. Bijvoorbeeld als je een variabel energiecontract hebt, of bewust verwarmt op momenten dat stroom goedkoop is. In combinatie met een slimme meter wordt dat steeds beter aan te sturen.