DEN HELDER - Bij geen enkele onderzochte speelplek in Den Helder zit er te veel lood in de bodem. Dit blijkt uit een onderzoek dat dit voorjaar is gedaan in opdracht van de provincie. Bij zes plekken is een beperkte verhoging aangetroffen: dat levert geen gevaar op voor de gezondheid. De gemeente adviseert hiervoor wel: handen wassen na buitenspelen.

De bodems van dertig speelplekken in Den Helder die zijn onderzocht naar de aanwezigheid van lood scoren bijna allemaal een voldoende. Bij zes speelplekken is een beperkte hoeveelheid lood aangetroffen. Het gaat om vier gemeentelijke speelplaatsen en twee schoolpleinen. Met het nemen van maatregelen en het opvolgen van de juiste gebruiksadviezen levert het geen gevaar op voor de gezondheid.

Bodemonderzoek
De afgelopen maanden heeft de provincie Noord-Holland onderzoek laten uitvoeren naar lood in de bodem bij ruim 500 speelplaatsen in de Noordkop. Het ging om plekken waar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) op basis van historische gegevens concludeerde dat daar mogelijk hogere concentraties lood in de bodem zit. De aanleiding voor deze onderzoeken is een recente studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Daaruit blijkt dat de opname van lood in verhoogde concentraties in de bodem een nadelig effect kan hebben op het leervermogen van jonge kinderen in de leeftijd van nul tot zes jaar. Kinderen kunnen lood binnenkrijgen als ze tijdens het spelen grond in hun mond stoppen waar kleine deeltjes lood inzitten. Het onderzoek naar lood in de bodem bij speelplekken vindt ook plaats in de provincies Zuid-Holland en Utrecht.

Maatregelen bij zes speelplekken
In Den Helder is een beperkte hoeveelheid lood aangetroffen in de bodem van de speelplekken aan de Lijsterstraat, Vijzelstraat, Bankastraat en Beukenkampstraat. Hetzelfde is het geval bij de speelpleinen van de Jac. P. Thijsseschool aan de Stakman Bossestraat en het kinderdagverblijf Bruintje Beer aan de Lijstersterstraat. Om te voorkomen dat spelende kinderen hier grond in hun mond kunnen stoppen gaat de gemeente op advies van de GGD en de RUD NHN deze speelplekken aanpakken met een voor de locatie passende maatregel. Door bijvoorbeeld zand in de directe nabijheid van speeltoestellen weg te halen en te vervangen door schone grond of rubbertegels of toestellen te verplaatsen. Omdat de risico’s laag zijn gebeurt dit over het algemeen op ‘natuurlijke’ momenten, bijvoorbeeld bij gepland onderhoud of wanneer de speeltoestellen toe zijn aan vervanging. De gemeente heeft hierover de scholen al geïnformeerd. Informatie aan omwonenden volgt. Ouders en verzorgers van jonge kinderen kunnen overigens met eenvoudige maatregelen de loodinname beperken. Bijvoorbeeld door hen na het buitenspelen hun handen te laten wassen en hen niet op onbedekte bodem te laten spelen. Meer informatie en tips staan op de website van de GGD: www.ggdhollandsnoorden.nl.

Meer informatie
Tegenwoordig krijgen mensen al veel minder lood binnen dan vroeger. Dit komt omdat materialen als benzine en verf geen lood meer bevatten. Daarnaast zijn de meeste loden drinkwaterwaterleidingen vervangen. Maar in sommige huizen is dat nog niet gebeurd. En soms zit er lood in de bodem. Hoge concentraties hoeven op zich geen probleem te zijn, zolang er maar geen lood in het lichaam terecht komt. Dat kan een nadelig effect hebben op de ontwikkeling van de hersenen. Kinderen tot zes jaar lopen hierbij het grootste risico. Dat is ook de reden waarom de provincie in heel Noord-Holland vooral speelplekken heeft onderzocht.